Het Middeleeuwse Broodbad    

In de Middeleeuwen paste men zogenaamde broodbadbehandelingen toe: men baadde in de restwarmte van de broodoven, ter verbetering van reumatische toestanden. Daarnaast verwachtte men dat zonden en kwade gedachten door de hitte zouden worden uitgedreven en via de schoorsteen afgevoerd. Een weldadig bij-effect, waar men toen niet van op de hoogte was, was dat men tijdens dit broodbad de enzymen inademde van het zuurdesem dat bij de broodbereiding werd gebruikt.

Het door Haslauer ontwikkelde broodbad combineert milde, droge warmte met zuurdesem-enzymen uit een bakoven. Het relatief milde broodbad combineert goed met het veel intensievere steenbad.

De twee laten zich ook bouwtechnisch goed combineren: het broodbad kan zo gebouwd worden, dat de bij het steenbad ontstane overtollige warmte via een warmtewisseleaar de lucht voor het broodbad verwarmd.